Vlinders

Op de Vlindertuin zijn de volgende soorten gesignaleerd:

Groot Koolwitje, Klein Koolwitje, Geaderd Koolwitje, Citroenvlinder, Atalanta, Dagpauwoog, Landkaartje, Distelvlinder, Boomblauwtje, Gehakkelde Aurelia, Kleine Vos, Kleine Vuurvlinder, Sint-Jacobsvlinder, Icarusblauwtje, Koevinkje, Bont Zandoogje, Bruin Zandoogje, Bruin Blauwtje, Muntvlinder, Kolibrievlinder, Hoornaarvlinder en diverse nachtvlinders.

Vlinders zijn levenslustige fladderaars, behalve in de winter, tenminste in Nederland.Zo zoekt bijvoorbeeld de Citroenvlinder een beschut plekje in de winter. Andere vlinders, zoals de Distelvlinder, vertrekken in het najaar naar warmere landen. Overwinteren of het houden van een winterslaap doet het Koevinkje als rups, terwijl Dikkopjes als eitjes overwinteren op grassen. Koolwitjes doen dat als pop.

Veel soorten leven echter maar kort, enkele weken of wat langer, afhankelijk van het voedselaanbod. Het Icarusblauwtje is vooral op Rolklaver als voedselplant aangewezen. De Atalanta eet zelfs rottend fruit in het najaar. De Weerschijnvlinder, wat minder bekend, komt op zweet af.

Naast de dagvlinders zijn er overdagvliegende nachtvlinders, zoals het Gamma-uiltje, dat veel gezien is op de tuin. Terwijl er heel veel soorten nachtvlinders in Nederland voorkomen, is er nog weinig over bekend. Interessant in dit verband is om ’s nachts eens nachtvlinders waar te nemen met behulp van zaklantaarns of sterke lampen op de Vlindertuin.

Zoekkaarten Vlinders

Zoekkaart A

Zoekkaart B

Zoekkaarten Rupsen

Zoekkaart A

Zoekkaart B